We bellen met Hubert die zich in het corona-proof -dus verlaten- Gouvernement in Maastricht bevindt. Hubert is al geruime tijd met slimme mobiliteit en logistiek actief. Maar als we hem vragen naar de strategische waarde van modal shift, dan begint hij toch aan de infrastructurele kant. ‘Regio Venlo is een logistieke hot spot en dé verbinding met het buitenland. We investeren samen met het Rijk zwaar in multimodale knooppunten, zoals de railterminal Venlo en bargeterminals in onder andere Venray en Venlo. Belangrijk is dat regio Venlo een robuust knooppunt is en blijft in een netwerk van betrouwbare corridors, zoals de internationale Rhine-Alpine corridor’.
Strategische ligging
De ligging van de provincie Limburg (met veel meer internationale dan nationale raakvlakken) is natuurlijk strategisch voor de internationale verbindingen naar het buitenland en de infrastructuur is daar belangrijk voor. ‘Die infra moet natuurlijk wel betrouwbaar zijn, ook in relatie tot klimaatverandering’ zegt Hubert. ‘Hoog én laag water zijn bijvoorbeeld belangrijke aspecten voor de betrouwbaarheid van met name de Rijn. De Maas is grotendeels gestuwd en daarmee beter op laagwater ingesteld. Maar bijvoorbeeld het destijds wegbezuinigen van de 24/7 sluisbediening blijkt penny-wise, pound-foolish.’ De betrouwbaarheid van het logistieke netwerk wordt nog meer vergroot door eenvoudig te kunnen switchen tussen modaliteiten. ‘Analoog aan Mobility as a Service (MaaS) wil je Logistiek as a Service (LaaS) -oftewel synchromodaliteit; het bieden van een naadloze samenwerking tussen de verschillende modaliteiten- kunnen bieden aan de sector’.
Spoorgoederenvervoer
Ook het spoorgoederenvervoer heeft de aandacht van Mackus: ‘het beter benutten van het emplacement in Venlo, het invoeren van ERTMS en veilige overgangen betekent dat we meer en langere treinen over hetzelfde spoor kunnen sturen. Het goed internationaal aansluiten op het internationale spoornetwerk is dan voor de sector van groot belang, o.a. de missing link net over de grens tussen Kaldenkirchen en Dülken’. Dit past ook bij de LaaS-gedachte.
Logistiek makelaars
‘Ik geloof in een wisselwerking tussen grote en kleine interventies. Aan de ene kant zijn langjarige en kostbare investeringen in infrastructuur noodzakelijk, maar aan de andere kant zijn ook zachtere interventies nodig, zoals de inzet van logistiek makelaars om partijen te verbinden’. De infrastructuur moet natuurlijk wel gebruikers hebben om impact te kunnen hebben en de investeringen daarin te kunnen verantwoorden.
Totempaal
Hubert benadrukt dat de samenwerking tussen de provincies langs de goederencorridors goed verloopt en dat succes ook gevierd moeten worden. ‘Besluitvorming en realisatie van infrastructuur zijn langdurige trajecten. Om de energie er in te houden en te laten zien aan iedereen wat er wordt gerealiseerd, is het belangrijk om af en toe een totempaal te hebben waar je gezamenlijk omheen kunt dansen’. Sta stil bij successen, zowel aan de ‘harde’ als de ‘zachte’ kant. ‘Want over 4 jaar willen we een nóg betere infrastructuur in Limburg, maar ook een infrastructuur die samen slimmer en beter wordt gebruikt. En dat lukt alleen als we naadloos met elkaar samenwerken. Juist daar is deze aanpak een prachtig voorbeeld van.’
Dirk-Jan de Bruijn/Michiel Jak[1]
[1] Zij houden deze interviews vanuit hun ‘trekkende rol’ in het op te zetten Modal Shift programma, geïnitieerd door het samenwerkingsverband ministerie van IenW, Logistieke Alliantie én Topsector Logistiek – zie: www.containersvanwegnaarbinnenvaart.nl. In het kader van dit op te zetten programma worden meerdere bestuurders, ondernemers en experts/influencers geïnterviewd die een rol spelen in het creëren van een doorbraak op in het taaie Modal Shift vraagstuk – zie: https://containersvanwegnaarbinnenvaart.nl/actueel/